Ik wil knap zijn
Hamza kwam net van school, gooide zijn boekentas op de grond, liep als een raket naar zijn kamer en plofte in zijn bed. Hij begon te huilen.
Kinderen op school hadden hem weer uitgelachen. Ze zeiden ‘wandelend skelet’, ‘jij krijgt geen eten thuis’ en van die dingen.
Hamza was een jongen van 10 jaar, die zwart haar had en bruine ogen. Niet te vergeten Hamza was dun, hij had anorexia.
Hij had nooit zin om te eten en als hij at dan zat zijn buik al vol na de vijfde hap. Maar hij wou daar nu verandering in brengen.
Hij liep als een echte man naar beneden, maar uit het niets viel hij de trap af. Hij was flauwgevallen. Hij had weer véél te weinig gegeten.
Zijn mama had de val gehoord en liep zo snel als ze maar kon naar de trap waar Hamza nog steeds bewusteloos lag. Zijn mama keek naar de grond en zag hem daar liggen met een zware wonde aan zijn hoofd en uit zijn been stak zijn bot uit. De mama van Hamza sloeg helemaal in paniek. Ze wist niet wat ze moest doen. Moest ze nu de politie bellen? Of de brandweer of de geheime dienst? Maar één ding waar ze niet aan gedacht had, was de ziekenwagen.
De papa van Hamza, die net van werk kwam, zag mama en Hamza allebei op de grond flauw liggen. Mama was uit paniek ook bewusteloos gevallen. Papa zag ook wat er aan de hand was en belde meteen de ziekenwagen.
Een 10 tal minuten later waren ze in het ziekenhuis. De mama van Hamza had een hoge bloeddruk en Hamza zelf, hij was zijn dood bijna nabij. Hij moest nog een nachtje in het ziekenhuis blijven om te zien of alles beter werd. Zijn mama was al uit het ziekenhuis ontslagen.
Het was nacht, Hamza lag in het ziekenhuisbed en kreeg een droom.
‘Hij ging op weg naar school en iedereen keek Hamza aan. Hamza hoort kinderen in elkaars oren zeggen.
“Is dat Hamza”?
“wauw, hij is wel een pak veranderd”.
Hamza was een stoere bink geworden of beter gezegd een knapperd.’
Hij had in maanden niet z’n goede droom gehad. Normaal was het altijd van die dromen dat hij gepest werd. Maar nu profiteerde hij van zijn goed gevoel.
Hamza bleef slapen en slapen. Het werd ochtend en daarna middag. Hamza lag nog steeds te slapen. De dokters vonden het vreemd dat hij sliep want alles leek normaal. Maar na een onderzoek bleek dat Hamza in coma was. Zijn ouders kregen het slechte nieuws te horen.
De mama van Hamza was er niet goed van en viel weer bewusteloos.
Haar bloeddruk was weer te hoog.
Maar Hamza bleef voor de rest van zijn leven in coma, maar nu was heel veel gelukkiger in zijn dromen. Hij werd nooit meer gepest.
Kinderen op school hadden hem weer uitgelachen. Ze zeiden ‘wandelend skelet’, ‘jij krijgt geen eten thuis’ en van die dingen.
Hamza was een jongen van 10 jaar, die zwart haar had en bruine ogen. Niet te vergeten Hamza was dun, hij had anorexia.
Hij had nooit zin om te eten en als hij at dan zat zijn buik al vol na de vijfde hap. Maar hij wou daar nu verandering in brengen.
Hij liep als een echte man naar beneden, maar uit het niets viel hij de trap af. Hij was flauwgevallen. Hij had weer véél te weinig gegeten.
Zijn mama had de val gehoord en liep zo snel als ze maar kon naar de trap waar Hamza nog steeds bewusteloos lag. Zijn mama keek naar de grond en zag hem daar liggen met een zware wonde aan zijn hoofd en uit zijn been stak zijn bot uit. De mama van Hamza sloeg helemaal in paniek. Ze wist niet wat ze moest doen. Moest ze nu de politie bellen? Of de brandweer of de geheime dienst? Maar één ding waar ze niet aan gedacht had, was de ziekenwagen.
De papa van Hamza, die net van werk kwam, zag mama en Hamza allebei op de grond flauw liggen. Mama was uit paniek ook bewusteloos gevallen. Papa zag ook wat er aan de hand was en belde meteen de ziekenwagen.
Een 10 tal minuten later waren ze in het ziekenhuis. De mama van Hamza had een hoge bloeddruk en Hamza zelf, hij was zijn dood bijna nabij. Hij moest nog een nachtje in het ziekenhuis blijven om te zien of alles beter werd. Zijn mama was al uit het ziekenhuis ontslagen.
Het was nacht, Hamza lag in het ziekenhuisbed en kreeg een droom.
‘Hij ging op weg naar school en iedereen keek Hamza aan. Hamza hoort kinderen in elkaars oren zeggen.
“Is dat Hamza”?
“wauw, hij is wel een pak veranderd”.
Hamza was een stoere bink geworden of beter gezegd een knapperd.’
Hij had in maanden niet z’n goede droom gehad. Normaal was het altijd van die dromen dat hij gepest werd. Maar nu profiteerde hij van zijn goed gevoel.
Hamza bleef slapen en slapen. Het werd ochtend en daarna middag. Hamza lag nog steeds te slapen. De dokters vonden het vreemd dat hij sliep want alles leek normaal. Maar na een onderzoek bleek dat Hamza in coma was. Zijn ouders kregen het slechte nieuws te horen.
De mama van Hamza was er niet goed van en viel weer bewusteloos.
Haar bloeddruk was weer te hoog.
Maar Hamza bleef voor de rest van zijn leven in coma, maar nu was heel veel gelukkiger in zijn dromen. Hij werd nooit meer gepest.
We hebben ook een dictee gemaakt in de klas. Iedereen werkte heel geconcentreerd!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten